Bloedneus

Een bloedneus. Bijna iedereen heeft er ooit in zijn leven wel eens een gehad. De meeste bloedneuzen zijn volstrekt onschuldig. Maar het is toch even schrikken, want het gaat vaak gepaard met een hele hoop bloed. Hoe ontstaat een bloedneus en is er iets aan te doen? Dokter Ted van Essen geeft uitleg.

Vaak geen duidelijke oorzaak

1 op de 5 mensen heeft meerdere keren per jaar een bloedneus. In 75 procent van de gevallen is er geen duidelijke oorzaak te vinden. Over het algemeen is een bloedneus onschuldig, maar het gegeven dat al dit bloed ‘uit ons hoofd stroomt’ zorgt voor angst. Bij een bloedneus is er een bloedvaatje in het neusslijmvlies kapot gegaan. Dat is niet vreemd, want door het neusslijmvlies lopen heel veel bloedvaatjes die ook nog eens heel gevoelig zijn.

Voor in de neus of achter in de keel

De meeste bloedneuzen ontstaan voor in de neus. Daar bevinden zich bloedvaatjes die snel in omvang kunnen veranderen door vaatverwijding of -vernauwing. Veel zeldzamer zijn bloedneuzen die achter in de neus ontstaan. Dat zijn vaak gecompliceerde bloedingen waarbij behandeling van een KNO-arts nodig kan zijn. Bloedneuzen achter in de keel, waarbij het bloed over het algemeen de keel in loopt en nauwelijks uit de neus, komen vaak bij ouderen voor.

Oorzaken

Oorzaken van het scheuren van de vaatjes is vaak neuspeuteren, hard niezen, een tik of klap op de neus of een te droog neusslijmvlies. Bij een te droog slijmvlies ontstaan er korstjes in de neus. Door te hard te snuiten of krabben, laten de korstjes los en beschadigt het slijmvlies. Soms kan er ook sprake zijn van een poliep of een gezwel. Infectieziekten als verkoudheid en griep kunnen leiden tot neusbloedingen, ook doordat verkoudheden leiden tot uitdroging van het slijmvlies. Koorts zorgt voor een versterkte doorbloeding ervan. Mensen met diabetes hebben grotere kans op neusbloedingen en een hoge bloeddruk kan een bloeding verergeren. Overigens kan een hoge bloeddruk nooit de oorzaak van neusbloedingen zijn. Het gebruik van bloedverdunners kunnen ervoor zorgen dat een bloeding minder snel stopt. Slikt u bloedverdunners en heeft u regelmatig last van neusbloedingen, dan is het verstandig om even naar de huisarts of de trombosedienst te gaan om te kijken of de dosering moet worden aangepast.

Baby’s en 65-plussers

De bloedvaatjes in het neusslijmvlies liggen bij iedereen weer anders. Opvallend genoeg hebben baby’s en kinderen tot 10 jaar en volwassenen van 65 jaar en ouder meer kans op neusbloedingen. Bij kinderen omdat de vaatjes nog klein zijn, bij 65-plussers omdat er mogelijk sprake is van aderverkalking of het gebruik van bloedverdunners.

Stoppen bloeding

Blijf bij een bloedneus rustig en raak niet in paniek, want dat verhoogt de bloeddruk. Ga zitten en buig iets voorover. Snuit de neus zodat het meeste bloed en aanwezige stolsels eruit zijn. Knijp vervolgens de neus, of het neusgat waar het bloed uitkomt, dicht vlak onder het neusbeen. Doe dit 10 minuten. Houd de tijd in de gaten en stop zeker niet te snel. Ook niet tussendoor ‘spieken’ of het al gestopt is. Is het na 10 minuten nog niet over, herhaal de handeling dan nog een keer, ook de volle 10 minuten. Aangezien de vaten in de neus na een bloeding extra gevoelig zijn, is het goed om de dagen na de bloeding de neus niet te snuiten en er niet in te peuteren. Vermijd drukverhoging in het hoofd, dus niet bukken, persen of zwaar tillen, en neem even geen hete baden of douches. Worden de bloedingen veroorzaakt door te droge slijmvliezen, dan is het verstandig om de luchtvochtigheid in huis te verhogen. Dit kan door bijvoorbeeld natte handdoekjes over de verwarming te leggen.