Reukverlies door corona? 2 deskundigen leggen uit waarom het een enorme impact heeft en hoe je het kunt herstellen
Goedgevoel.be – 17-2-2021
Wie met corona besmet is geraakt, ondervond aan den lijve hoe ingrijpend reukverlies kan zijn. De invloed gaat immers veel verder dan je bord. Smaakmaker, alarmsysteem en communicatiemiddel: er zit zoveel meer in je neus dan je denkt. Dat zeggen ook reukonderzoeker Sanne Boesveldt en neus-, keel- en oogarts Anne-Sophie Vinck. Wat als je na een maand nog niks ruikt of plots geen koffie meer lust? “Het grote voordeel aan ons reukorgaan is dat het uit zenuwcellen bestaat: die kunnen getraind worden, net zoals je geheugen of je spieren.”
Mensen kunnen een biljoen geuren van elkaar onderscheiden. Een biljoen, jawel. Hiermee hoeven we niet onder te doen voor een hond (of minder schattig: een rat). Toch heerste lang het idee dat geur niet zo belangrijk is voor ons. Tot het zintuig dat we als vanzelfsprekend beschouwden, vorig jaar bij velen plots wegviel.
Verlies van geurzin is vaak het eerste symptoom dat wijst op besmetting met het SARS-CoV-2-virus, en het is ook een veelvoorkomende klacht in de nasleep ervan, vooral dan bij vrouwen en jongeren. Ongeveer de helft van de patiënten zou last hebben van reukverlies, een vervormde geurwaarneming, of een combinatie daarvan. Bij meer dan tachtig procent van hen gaat dit ook gepaard met smaakverlies.
Neusgevoel
In een poging om het mysterie achter de massale reukuitval te ontrafelen, verenigden wetenschappers, artsen en patiëntenverenigingen uit vijftig verschillende landen zich in het Global Consortium for Chemosensory Research (GCCR): via onderzoek wil de organisatie wereldwijd data verzamelen en analyseren. Een van die wetenschappers is reukonderzoeker Sanne Boesveldt, universiteir hoofddocent Sensoriek en Eetgedrag (Wageningen University & Research). Dat virussen het op onze reukzin gemunt hebben, is op zich niet nieuw, legt ze uit.
“Geuren komen via onze neus in het reukslijmvlies terecht, waar ze zich binden aan receptoren. Die sturen de geurinformatie vervolgens door naar de hersenen. Virusinfecties kunnen dat proces verstoren. Neem bijvoorbeeld een verkoudheid: je reukslijmvlies ontsteekt en gaat opzwellen. Daardoor raakt je neus verstopt. Dat verhindert de in de lucht rondzwevende geurmoleculen om in je neus binnen te dringen en het verandert ook je smaakbeleving. Met de smaakpapillen op onze tong nemen we namelijk alleen de vijf basissmaken zuur, zoet, bitter, zout en umami waar. De informatie die we via deze weg krijgen, is dus beperkt. Het grootste deel van wat we proeven, is eigenlijk op geurinformatie gebaseerd: tijdens het kauwproces komen er aroma’s vrij die via de achterkant van de mond ons reukorgaan bovenaan in de neus bereiken. Daardoor leidt geurverlies onlosmakelijk tot smaakverlies.”
Maar het SARS-CoV-2-virus lijkt ons op een andere manier bij de neus te nemen. “Het is inmiddels duidelijk dat reukverlies hier niet per se samengaat met een verstopte neus. Bovendien gaan de symptomen verder dan een verminderde reukzin. Patiënten geven aan dat bepaalde smaaksensaties verdwenen zijn. De prikkeling in de neus die koolzuurhoudende drank veroorzaakt, het pittige, hete van chilipepers of de verkoeling van menthol: ze voelen en proeven het (even) niet meer. Het werkingsmechanisme van het SARS-CoV-2-virus is daarmee toch van een andere categorie dan dat van een verkoudheid of griep.’
Vermist aroma
‘Ik ruik of proef niks meer’: het is een klacht die neus-, keel- en oorarts Anne-Sophie Vinck tegenwoordig net iets vaker hoort. Samen met haar collega Bob Lerut leidt ze het geur- en smaakcentrum in het Brugse AZ Sint-Jan. “Dankzij de corona-epidemie staat het onderwerp nu volop in de spotlights, maar algemeen gezien blijven reuk- en smaakstoornissen vrij zeldzaam. Zeker de solitaire smaakstoornis is weinig frequent. We zien het soms na een ooroperatie of bij patiënten die bestraald werden ter hoogte van de mondholte. Ook kan chemotherapie de smaakzenuw aantasten.”
Veelal wordt smaakverlies veroorzaakt door reukverlies, vervolgt dr. Vinck. “De meeste patiënten hebben in het begin last van anosmie: zij zijn hun totale reukvermogen kwijt. Met hun tong is op zich niks mis, maar omdat ze de aroma’s van voedingsmiddelen niet meer waarnemen, is hun smaakbeleving nu beperkt tot de basissmaken. In de meerderheid van de gevallen is het reukverlies te wijten aan een beschadiging van de reukcellen. Die kunnen aangetast worden door een virale luchtweginfectie, of beschadigd raken door een trauma als een verkeersongeluk of een zware val. Soms bevindt het probleem zich in de neus zelf, en wordt de luchttoevoer geblokkeerd, door bijvoorbeeld poliepen, allergieën of sinusitis. Nog zeldzamer zijn aangeboren afwijkingen.”
“In het geval van een SARS-CoV-2-besmetting is de kans op blijvende schade trouwens vrij klein: we zien dat negentig procent van de patiënten na een paar weken opnieuw alles ruikt en proeft zoals voorheen. Slechts bij tien procent zien we dat de reukstoornis langer dan een maand aanhoudt.’
Start to smell
Tien procent lijkt de pineut: gevreesd wordt dat het virus hun geurzenuw aangetast heeft. “Als je binnen een maand nog niet gerecupereerd bent, adviseren we om medische hulp in te schakelen. Het grote voordeel aan ons reukorgaan is dat het uit zenuwcellen bestaat: die kunnen getraind worden, net zoals je geheugen of je spieren. Het is wetenschappelijk aangetoond dat door consequente geurtraining het reukorgaan en de hersenen geprikkeld en geactiveerd worden. Dat zorgt ervoor dat de reukzin gedeeltelijk of zelfs helemaal kan terugkomen.”
Het enige wat je daarvoor nodig hebt, zijn setjes met etherische oliën, de inhoud van je eigen keukenkast én een flinke portie geduld. “Voor geurtraining bestaat er een gestandaardiseerd protocol, waarbij in de eerste fase een set van vier geuren gebruikt wordt: roos, eucalyptus, citrus en kruidnagel. Door minstens twee keer per dag enkele minuten intens aan deze geuren te ruiken, worden de reukcellen weer geprikkeld om verbinding te maken met de geurzenuw. Zo stimuleer je het herstel van het reukvermogen. Hoe meer de reukcellen uitgedaagd worden, hoe waarschijnlijker dat er nieuwe verbindingen worden gelegd: daarom adviseren we om heel de dag door te oefenen met allerlei huis-tuin-en-keukenmiddeltjes zoals kaneel, koffie, chocolade en waspoeder. De herstelfase duurt gemiddeld een jaar en het is echt belangrijk om te blijven volhouden.”
Dat is soms moeilijk, erkent de nko-arts. Want niet alleen het geduld van de patiënt wordt zo op de proef gesteld, soms zit er ook een luchtje aan de geurtraining. “In de herstelfase nemen mensen soms geuren waar die helemaal niet in de ruimte aanwezig zijn – we noemen dat geurhallucinatie of fantosmie. Gaat het om een slechte geur, dan spreken we van kakosmie: patiënten ruiken dan frequent een vieze, stinkende geur die er eigenlijk helemaal niet is. Ook kan parosmie optreden: sommige geuren ruiken dan anders dan voorheen. Deze klachten kunnen patiënten in de war brengen of hinder bezorgen. Toch zijn ze een goed teken, hoe paradoxaal dat ook mag klinken. Kakosmie en parosmie wijzen erop dat de herstelfase bezig is, maar dat er nog wat ruis op de lijn zit tussen de reukcellen en de geurzenuw. Door te blijven trainen met je neus en telkens te benoemen wat je ruikt, werk je die miscommunicatie op termijn weg.”
Online reuktraining
De Nederlandse patiëntenvereniging Reuksmaakstoornis.nl geeft op haar website allerlei tips die het makkelijker maken om reuktraining te integreren in je dagelijks leven. Zo willen ze lotgenoten beter ondersteunen tijdens hun ‘ruiksessies’. Dr. Vinck: “Elk geheugensteuntje of extra motivatiemiddel is mooi meegenomen. We zien bij veel patiënten dat de therapietrouw gaandeweg afzwakt. Nochtans is consequent oefenen cruciaal voor het herstel.”
Met de neus op de feiten: waar is het reukorgaan allemaal goed voor?
• Je lijfgeur is een communicatiemiddel
Het is nog altijd niet bewezen dat specifieke feromonen voor seksuele aantrekking zorgen. Wél dat we communiceren via onze lichaamsgeur: we kunnen emoties als woede en blijdschap, maar ook iemands gezondheidstoestand of leeftijd ruiken. Sanne Boesveldt: “Leeftijd, ziekte, maar ook emoties veranderen onze lichaamsgeur, en dat pikken anderen onbewust op.”
“Dat is proefondervindelijk bewezen: de proefpersonen werd gevraagd om vijf nachten met hetzelfde T-shirt aan te slapen. Gedurende die periode mochten ze geen shampoo, deo, zeep of parfum gebruiken. Later werden de shirts aan vreemden voorgelegd. Die moesten vragen over de eigenaars van de T-shirts beantwoorden. Of iemand gezond was of ziek, oud of jong, blij, boos of gestrest: uit de proef bleek dat we die informatie onbewust oppikken via iemands lichaamsgeur.”
• Geur is een waarschuwingssignaal
Dr. Vinck: “De geur van bedorven voedsel, gas of vuur: het zijn allemaal waarschuwingssignalen. De reukzin is een belangrijk hulpmiddel voor gevaarherkenning en is ook vanuit hygiënisch oogpunt onmisbaar. Dat je je eigen lichaamsgeur niet meer kan vaststellen of niet ruikt dat je kindje een nieuwe luier nodig heeft, kan een grote invloed hebben op je zelfvertrouwen.”
“Onze reukzin is dus een zintuig dat informatie levert over onze buitenwereld. Ons reukvermogen gaat achteruit met ouder worden. Reukverlies kan ook een waarschuwingssignaal zijn: we zien het ook optreden in de beginfase van neurodegeneratieve aandoeningen als alzheimer en parkinson.”
• Geur is een smaakmaker
Anatomisch gezien zijn reuk en smaak twee verschillende zintuigen. Maar belevingsgewijs hangen ze nauw samen. Boesveldt: “We ruiken ook via onze mond. Eet eens een snoepje met je neus dichtgeknepen: je proeft iets zoets, maar of het nu aardbei of appel is, dat kan je niet zeggen. Pas als de neus weer vrij is, kan je smaaknuances ten volle waarnemen. Tijdens het kauwen komen er namelijk aromamoleculen vrij, die via de keel omhooggaan naar de reukzenuw. Wat wij als smaak ervaren, wordt in belangrijke mate bepaald door onze reukzin.”
• Je neus beslist (mee) wat je eet
Dankzij je reukzin krijgt je eten dus smaak. Maar je neus beslist ook mee wat er in je mond belandt. Boesveldt: “Er bestaat zoiets als sensorisch specifieke eetlust: een zoete geur doet je naar snoepgoed, wafels en fruit grijpen, een hartige geur geeft je trek in gehaktballen of bouillon. Supermarkten weten dat en doen aan ‘geurmarketing’: ze bakken brood, kip of taart in de winkel zelf, om ons te doen watertanden én kopen. Met behulp van geur kan je voedselkeuzes dus sturen. Verrassend genoeg geldt het ook voor gezonde producten: wie bijvoorbeeld komkommers ruikt, grijpt sneller naar groenten en fruit. Qua gezondheidspromotie zit daar dus potentieel in.”
• Je haalt herinneringen op met je neus
Bepaalde geuren kunnen levendige herinneringen oproepen. Dat komt omdat ons brein verbindingen legt tussen gebieden die geuren verwerken en gebieden die emoties en gebeurtenissen opslaan. “Geuren hebben een directe invloed op onze emoties”, zegt Sanne Boesveldt. “De geur van appeltaart kan je bijvoorbeeld terugvoeren naar de keuken van je oma. En naast het nostalgische aspect is er het sociale: we communiceren veel meer over geuren dan we denken. ‘Wat ruik jij toch lekker!’ Soms zijn ze een communicatiemiddel op zich: als je ergens verwelkomd wordt door een fijne geur, voelt dat meteen gastvrij aan.”