Studie van UZ Leuven werpt nieuw licht op oorzaak van geurverlies bij Covid-19
Nieuwsblad.be – 10-11-2021
Een studie van het UZ Leuven werpt nieuw licht op de oorzaak van geurverlies bij een infectie met Covid-19, een veelvoorkomend symptoom. Om te onderzoeken hoe het virus het reukvermogen aantast, namen de onderzoekers weefselstalen van verschillende delen van het reukorgaan van overleden Covid-patiënten en ontdekten dat het virus de steuncellen van het reukslijmvlies infecteert, maar niet de zenuwcellen met de geurreceptoren. Ook het geurverwerkend centrum in de hersenen bleef gespaard. Dat is goed nieuws, want dat maakt herstel van het geurverlies mogelijk.
Ongeveer de helft van alle Covid-19-patiënten ervaart geurverlies, maar het is onbekend hoe dat komt. In de meeste gevallen is het fenomeen tijdelijk, maar zo’n vijf procent van de getroffen mensen heeft langdurig last van een verminderd reukvermogen.
Artsen van het UZ Leuven en het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende namen via de neus heel precies een stukje van het ademhalingsslijmvlies, reukslijmvlies en geurcentrum in de hersenen van 70 overleden Covid-19-patiënten en van 15 controlepatiënten weg. “Een groot deel van de patiënten is helaas kort na hun diagnose overleden”, zegt professor Laura Van Gerven, neus-keel-oorarts in het UZ Leuven. “Daardoor konden we bij hen het virus ‘op heterdaad’ betrappen, terwijl er nog volop nieuwe virusdeeltjes aangemaakt werden in het reukslijmvlies.”
Steuncellen
De onderzoekers ontdekten dat het virus zich voortplant in de trilhaarcellen in het ademhalingsslijmvlies en in de steuncellen van het reukslijmvlies. Over de steuncellen is nog maar weinig bekend bij de mens, maar vermoedelijk spelen ze een belangrijke rol bij het ondersteunen en voeden van de zenuwcellen met geurreceptoren.
“De infectie van de steuncellen veroorzaakt waarschijnlijk onrechtstreeks een afwijkende werking van het reukslijmvlies, en daardoor een aangetast reukvermogen”, aldus dokter Peter Mombaerts. “Ons lichaam maakt doorlopend nieuwe steuncellen aan, wat het tijdelijke karakter van het geurverlies kan verklaren.
Goed nieuws
“Het goede nieuws is dat we in geen enkel geval virusdeeltjes in zenuwcellen zagen. Het lijkt er dus op dat het virus niet via die weg in de hersenen geraakt”, zegt professor Van Gerven. “Ook in het hogerop gelegen geurverwerkend centrum in de hersenen konden we geen virusdeeltjes detecteren. In enkele gevallen was er wel virus aanwezig in de hersenvliezen, maar de oorzaak en mogelijke gevolgen daarvan zijn nog onbekend.”
De klinische studie loopt intussen verder. De onderzoekers hopen nog meer te weten te komen over de infectie van de steuncellen, en hoe het komt dat het geurverlies zich bij sommige patiënten niet (helemaal) herstelt. Op termijn kan dat helpen bij het ontwikkelen van geneesmiddelen tegen geurverlies. Ook bij andere virale ziektes, zoals griep, komt reukverlies regelmatig voor.